Edith Van Driessche

Textielkunst en meer

Werk > Ruimtelijk textiel

Ruimtelijk werk – drie dimensioneel

Vertrekkend vanuit een schets, tekende Edith in het atelier van ijzersmid en schoonbroer Roger, de vorm van de draagstructuur op ware grootte uit.
Nadat dit in massief ijzerstaaf was gemaakt, gaf ze vanaf deze draagstructuur het ontwerp in haar eigen atelier verder vorm.

Hoogte: 2m
Jaartal: 1967
Materiaal:
dikgeweven wol – egaal licht grijs
Ophangsysteem:
volkern ijzerstaaf in vorm gesmeed


De eerste stappen los van de muur, richting open ruimte.

Een systeem van ijzeren buizen draagt het werk op verschillende afstanden van de muur.
Gelaagd.

Evenwijdig met elkaar lopende dikke wollen draden zijn met de hand ingenaaid tot patronen op de donkere stof.
Kleuren: zwarte basisstof, licht goudkleurig oker en donkerder bruin oker naaiwerk.
(Dezelfde techniek is in deze periode ook toegepast om bijv. een jas te decoreren.)

Afmetingen: naar schatting 180×145
Jaartal: 1965 of iets eerder
Materiaal: dikke wollen stof – handgenaaide woldraden
Ophangsysteem: multi-gelaagd ophangsysteem van ijzeren buizen, tussenafstand 5cm

Kleuren: basisstof in twee tinten grijs gespikkeld, accent in zwarte stof, naaiwerk in goudkleurig oker en zwart.

Afmetingen: naar schatting 220×120
Jaartal: 1965 of iets eerder
Materiaal: Wol
Ophangsysteem: multi-gelaagd ophangsysteem van ijzeren buizen, tussenafstand 5cm

Schets en realisatie.
Zelfde werkwijze als werk boven.

Hoogte: 2m
Jaartal: +- 1965
Materiaal: dikgeweven wol – streeppatroon
Ophangsysteem: volkern ijzerstaaf in vorm gesmeed

Het gedicht-schilderijtje waarin ik voor mijzelf mijn gevoelens uitte.
De moeizame overgang naar het andere, mij meer eigen materiaal: textiel !
De nieuwe mogelijkheden, maar ook de nieuwe eisen van het materiaal.
Er groeit een wandkleed.
Het komt los van de muur en gaat in de ruimte leven.
Contact met buiten.
Ontdek een opduiken van mijn ideeën op verschillende van elkaar liggende plaatsen.
Geeft mij de diepe zekerheid dat wij samen onontkoombaar een gelijklopende ontwikkeling volgen. (Volgen !)
De kunstenaar valt van zijn voetstuk.
Een tapijt, een wandkleed? 
Iets om mee te leven, in te wonen, een gebouw, een kledingstuk, een deken, een juweel, een beeld, een ruimtelijk tapijt,… het vloeit alles in mekaar.

Edith

Noot:  Edith reisde midden jaren ’60 door de Slavische landen.  Kwam in contact met een kunstenares die eveneens met textiel experimenteerde.  Stelde tot haar verbazing vast dat die in exact dezelfde experimentele fase zat als zijzelf.  Textiel losmaken van de muur.  Het laten spreken, niet als medium, maar op zichzelf, textiel. 
In bovenstaande tekst verwijst Edith naar deze vaststelling, dat op verschillende plaatsen in de wereld zich dezelfde ‘unieke’ ontdekkingsprocessen lijken te voltrekken. 
Kunstenaar, of gewoon volger, van wat de evidente volgende stap lijkt te zijn. 

Iets om mee te leven, in te wonen,…”  In de eigen woning in de Schijfstraat te Mechelen (midden jaren ’60) wordt volop geëxperimenteerd.  De leefruimte bestaat uit 2 kamers die door een open doorgang met mekaar in verbinding staan.  De volledige muur die voor en achter scheidt, wordt bedekt met lamellen van geverfd textiel, 10cm breed, losjes voor de muur hangend.
Open of toe? 
Naar beneden hangend ontstaat de suggestie van een doorlopende scheiding tussen voor en achter. 
Lamellen kunnen om de andere strip ook omhoog geplooid worden, waarbij doorkijk ontstaat, een suggestieve scheiding, tegelijk een uitnodiging om de aanpalende ruimte te ontdekken. 
Is eenheid en openheid gewenst, dan worden lamellen aan de doorgang allemaal omhoog geplooid zodat de ruimte onverdeeld verbonden wordt. 
In deze ruimtelijke werken vond ik als kind de mogelijkheid om zelf te fantaseren, te spelen, mij te verstoppen of er eindeloos doorheen te wandelen, zoals in het ruimtelijk werk helemaal bovenaan.